Punch Needling: de nieuwe hype in handwerkland. Heel leuk en verslavend om te doen! Het is een soort combinatie tussen schilderen en borduren. Je kunt er bijvoorbeeld schilderijtjes mee maken, maar ook tapijtjes, kussens of onderzetters. In deze blog zal ik je er alles over vertellen. Heb je geen zin om zelf het wiel uit te vinden? Kom dan op 7 april gezellig een workshop volgen. Onderaan de pagina staat een link, waarmee je je kunt aanmelden.
Wat is punch needling?
Punch needling is een techniek wat dus lijkt op een combinatie van schilderen en borduren. Je hebt er alleen iets minder geduld voor nodig dan voor borduren. Je gebruikt een punchnaald, ookwel tuftnaald genoemd. Dit is een holle naald waar een draad doorheen loopt. Je prikt met deze naald gaatjes in de stof, waardoor je, als het ware, met garen op de stof aan het tekenen bent. Aan de achterkant van het werk ontstaan op deze manier kleine lusjes, wat voor een mooie structuur zorgt. Deze ‘achterkant’ is officieel de goede kant/uiteindelijke voorkant van je werk. Eigenlijk is de punchnaald helemaal geen nieuwe uitvinding, maar vanuit Amerika is deze techniek weer nieuw leven ingeblazen en op Instagram duiken er, ook in Nederland, steeds meer leuke werkjes op die gemaakt zijn met deze naald.
Omdat ik zoveel leuke dingen voorbij zag komen op mijn Instagram account, was ik erg nieuwsgierig geworden naar deze punch needle en bijbehorende techniek en kreeg ik zin om er zelf ook mee aan de slag te gaan. Via de webshop van De Haakfabriek bestelde ik de benodigde materialen en maakte ik ruimte voor mijn nieuwe hobby.
Aan de slag
Bij de punchnaald worden 3 verschillende maten naalden geleverd. Ik heb gewerkt met het garen Scheepjes Maxi Bonbon en daarvoor de kleinste naald gebruikt. In de verpakking zit een duidelijke uitleg hoe je de draad door de naald heen moet halen. Je kunt de naald instellen op verschillende standen. Deze stand bepaald hoe hoog de lusjes worden aan de achterkant (dus voorkant :-)) van je werk. Ik heb nu verschillende punchwerkjes gemaakt en gaandeweg kwam ik erachter dat hoe korter je de lusjes instelt, hoe scherper en fijnere lijntjes je kunt punchen. Wanneer je liever een wat grover en wolliger resultaat wilt, dan kun je beter voor een wat hogere stand gaan.
En.. Punch!
Bij het punchen zelf is het van belang dat je de naald goed rechtop houdt. Je kunt hem vasthouden zoals een pen. Het holle deel van de naald beweeg je over je patroon naar voren, waardoor de draad achter je werk aan loopt. Je werk draai je met het patroon mee, zodat je naald altijd in dezelfde richting over je werk beweegt. Anders krijg je geen nette steken. Maak bij het punchen de afstand tussen je steken niet te groot, anders krijg je geen mooi, vol resultaat aan de achterkant. Maak de afstand tussen je lussen echter ook niet te klein, want dan prik je snel tegen het vorige gepunchte gat aan en ontstaan er gaten in de stof.
Het handigst is om de kleine oppervlaktes als eerste te doen en dan van buiten naar binnen de figuren ‘in te kleuren’. Zorg er altijd voor dat de draad aan het uiteinde van je naald soepel door kan lopen, anders kunnen de lusjes terug gaan schieten. Ik heb een aantal keer te dicht op de vorige lijn met steekjes gepuncht, waardoor ik met mijn naald in de lusjes aan de achterkant bleef hangen. Hierdoor trok ik deze lussen lang. Opzich geen ramp, want je kunt ze weer bijknippen. Maar voorkomen is beter dan genezen 😉 Over genezen gesproken… Pas ook op voor je vingers: De naalden zijn superscherp! Ik heb al een paar keer hard in mijn vinger geprikt :-O
Afwerking
Je kunt doorgaan met punchen tot je hele borduurring vol gekleurd is of je kunt ervoor kiezen alleen een paar figuurtjes in te kleuren. Je kunt er helemaal je eigen creativiteit in kwijt. Voor mijn hartjesonderzetter heb ik ervoor gekozen om het hele vlak vol te punchen, om een zo stevig mogelijk resultaat te krijgen.
Smeer tenslotte de achterkant royaal in met textiellijm. Zo blijft je werkje mooi en kunnen de lussen niet meer los raken. Je kunt daarbij de overgebleven stof ook naar binnen plakken. Bij de onderzetter heb ik ervoor gekozen er ook nog een lapje vilt achter te plakken.
Voorkant versus achterkant
Officieel is dus de kant met de lusjes, welke tijdens het punchen de achterkant is, de goede kant/voorkant. Maar wat de goede en verkeerde kant is beslis je uiteindelijk uiteraard zelf! Ik vind soms zelf namelijk de ‘geborduurde’ kant mooier. Je kunt ook kiezen voor een afwisseling tussen beide, zoals ik bijvoorbeeld bij onderstaand Valentijnspatroontje heb gedaan:
Enthousiast geworden over deze techniek?
Wil je ook meer leren en vooral oefenen met deze trend, meld je dan nu gauw aan voor een gezellige workshop Punch Needling op zaterdag 7 april van 13.30 tot 16.00 uur via onderstaande link.
Ik zou het heel leuk vinden je dan te zien!
Liefs,
Petra
www.loveliness.nl